Communicatie
Binnen het technisch secundair onderwijs (TSO) staat een dubbele doelstelling centraal: de jongeren kunnen doorstromen naar het hoger onderwijs of ze kunnen zich inzetten op de arbeidsmarkt. De studierichting Gezondheids- en Welzijnswetenschappen zet vooral in op de doorstroom naar het hoger onderwijs (Onderwijskiezer, 2017).
De Vlaamse overheid heeft geen specifieke vakgebonden eindtermen geformuleerd voor het vak Psychologie en Pedagogiek in Gezondheids- en Welzijnswetenschappen. Er zijn wel vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Daarnaast wordt, in het algemeen, binnen elk vak nagegaan hoe deze eindtermen gekoppeld kunnen worden aan vaardigheden die belangrijk zijn voor het levenslang leren en de motivatie van de leerlingen, zoals communicatievaardigheden. Het thema communicatie krijgt voornamelijk vorm in de vakoverschrijdende eindterm: ‘sociale vaardigheden’ (Vlaamse overheid, 2017).
Daarnaast staan in de gemeenschappelijke stam volgende vakoverschrijdende eindtermen beschreven die aansluiten bij het thema ‘communicatie’ en de betrokken kernconcepten (Vlaamse overheid, 2017):
1. Communicatief vermogen: De leerlingen brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in de praktijk.
In het onderwijs wordt sterk ingezet op het optimaliseren van de communicatievaardigheden van de leerlingen. Kennis over het communicatieproces en de factoren die invloed hebben, gaat zijn weerslag vinden in het communicatief vermogen en de sociale vaardigheden van de leerlingen. Daarnaast maken verbale communicatie, non-verbale communicatie en het geven en ontvangen van feedback expliciet deel uit van het communicatief vermogen. De leerlingen leren communiceren op verschillende manieren en in diverse situaties.
2. Empathie: De leerlingen houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen.
De Vlaamse Overheid omschrijft empathie als “inlevingsvermogen en responsiviteit, het vermogen af te stemmen op de gesprekspartner en relationele gerichtheid” (Vlaamse Overheid, n.d.). Bij deze eindterm is voornamelijk kennis over en inzicht in de (non-)verbale communicatie relevant.
3. Samenwerken: De leerlingen dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen.
Communicatie is een sleutelelement in een kwaliteitsvolle samenwerking. Daarom is het belangrijk dat de leerlingen voldoende kennis hebben over het thema communicatie, de niveaus, de verbale en non-verbale elementen en over het geven van en het omgaan met feedback. Naast voldoende kennis is ook inzetten op het oefenen van die communicatievaardigheden essentieel voor een goede samenwerking.
4. Zelfredzaamheid: De leerlingen maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken.
Gebruik maken van gepaste kanalen wijst ook op het gepast kunnen communiceren van de eigen meningen en/of ideeën. Leerlingen moeten daarom voldoende kennis hebben over de richtlijnen en de tips omtrent het overbrengen van hun mening of idee op een goede manier. Daarnaast moeten ze de kans krijgen om deze zaken te oefenen.
5. Zorgvuldigheid: De leerlingen stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen.
Feedback heeft als doel om het leerproces of de instructie bij te sturen en te optimaliseren. Gericht feedback geven en ontvangen draagt bij tot het bevorderen van de kwaliteit van het eigen werk of dat van anderen.
Wat betreft de contexten komen de eindtermen die betrekking hebben op communicatie voornamelijk aan bod in ‘Context 3: Sociorelationele ontwikkeling’ en ‘Context 7: Socioculturele samenleving’. Bijvoorbeeld, binnen de context sociorelationele ontwikkeling worden eindtermen geformuleerd rond het subthema: “communicatie en relaties in brede zin: professionele en samenwerkingsrelaties, vriendschappen, intieme relaties, zakenrelaties, enz.” (Vlaamse overheid, 2017).