Communicatie
De verschillende lessen omtrent het thema communicatie vormen samen één harmonisch geheel. Er zijn een aantal aspecten die doorheen de gehele lessenreeks terugkomen. Ten eerste leggen we een sterke focus op constructiegericht onderwijs. In plaats van de traditionele les – waarbij de leerkracht lesgeeft en de leerlingen luisteren – pogen we de leerlingen te mobiliseren om de theorie zelf te ontdekken. Aan de hand van concrete voorbeelden (bv. aangereikt d.m.v. een videofragment of opdracht), bouwen de leerlingen de theoretische principes zelf systematisch op. Het feit dat leerlingen zelf aan kennisconstructie doen, maakt dat de lessen concreter, boeiender, en effectiever worden (Klasse voor leraren, 1997). Bovendien wordt de actieve inbreng van àlle leerlingen gevraagd (T’Sas, 2007). Dit beogen we door met kleinere groepen te werken of post-its te gebruiken. Het is bij deze werkvorm wel belangrijk dat de kloof tussen het doel en de voorkennis overbrugbaar is (Dochy, Heylen & Van de Mosselaer, 2009). Vandaar werd er een grondige analyse gemaakt van de beginsituatie van de leerlingen en stellen we de lessen hierop af ( ).
Een tweede element dat steeds terugkomt doorheen de lessenreeks, is het taalontwikkelend lesgeven. De specifieke situatie van de klasgroep – waarin de helft van de leerlingen een migratie-achtergrond heeft en er twee leerlingen kampen met een taalachterstand – vestigt hier de aandacht op. Van Gorp (2012) geeft aan dat taal voor heel wat leerlingen een struikelblok vormt om tot voldoende begrip en beheersing van de vakinhouden te komen. In zijn nieuwsbrief haalt hij enkele tips aan die we graag verwerken in onze lessenreeks. Zo blijkt interactie tussen leerlingen onderling en ook tussen leerling en leerkracht van uitermate belang te zijn. De interacties die we teweegbrengen door middel van de constructiegerichte aanpak, bieden niet enkel kansen om greep te krijgen op de leerinhouden. Ook het kunnen verwoorden en uitwisselen van deze leerinhouden, zijn rijke leerervaringen voor de leerlingen. In de lessenreeks maken we bijgevolg gebruik van hoekenwerk en rollenspel, wat krachtige en motiverende middelen blijken te zijn om leerlingen zelfontdekkend en interactief met taal aan de slag te laten gaan. Van Gorp haalt hierbij de belangrijke rol van de leerkracht aan die de leerlingen ondersteunt in het verwoorden van de ideeën, gedachten, observaties… en de leerlingen feedback geeft op de inhoud en vorm van wat ze zeggen.
Het gebruikmaken van de talrijke ICT-mogelijkheden, is een derde rode draad doorheen de lessenreeks. Met behulp van deze technologische mogelijkheden op de school (smartboard, laptops, tablets…), pogen we het leren van de leerlingen te ondersteunen en te versterken. Volgens Rubens (2013) houdt dit talrijke voordelen in. Zo wordt volgens hem de motivatie van leerlingen enerzijds opgewekt omdat dit een nieuwe manier van werken inhoudt en anderzijds dragen gevoelens van autonomie en het zelfgestuurd leren hieraan bij. Naast het kunnen engageren van de leerlingen, geven deze ICT-mogelijkheden de leerlingen ook de kans om nieuwe kennis zelf te verkennen en deze verder uit te werken (toepassen op nieuwe situaties).
Tot slot hoort binnenklasdifferentiatie tot één van de kernelementen van deze lessenreeks. We beogen op een proactieve, positieve en planmatige manier om te gaan met de diverse verschillen tussen de leerlingen om zo het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling te bekomen (Coubergs, Struyven, Gheyssens & Engels, 2015). Het gebruiken van een online cursus maakt bv. gepersonaliseerd leren mogelijk. Leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag gaan en hun eigen tempo bepalen. Ook het hoekenwerk sluit hier volledig bij aan. De leerkrachten zorgen tot slot voor een individuele ondersteuning en begeleiding doorheen deze activiteiten. Deze differentiatie binnen de klas is gelinkt aan talrijke voordelen zoals verhoogde leerwinst, motivatie, enzovoort.
Hoewel het duidelijk mag zijn dat de lessen op elkaar zijn afgestemd, merken we ook enkele verschillen tussen de verschillende lessen. Zo worden verscheidene werkvormen steeds afgewisseld om het voor de leerlingen (én de leerkrachten) alsmaar interessant te houden.

In deze rode draad omschrijven we de aspecten die tijdens de lessenreeks steeds terugkeren (het hart van de lessenreeks) en verantwoorden we deze elementen.