Communicatie

A.    De leerlingen kunnen het begrip communicatie en de kernconcepten binnen het communicatieschema in eigen woorden uitleggen.

• Communicatie: proces waarbij er informatie wordt gestuurd van de ene persoon naar de andere (voortdurend!)

• Zender: de persoon die de informatie verstuurt

• Ontvanger: degene tot wie de zender zich bewust of onbewust richt (persoon die boodschap krijgt)

• Boodschap: hetgeen gecommuniceerd wordt

• Code: taal, gebaar, beeld, gezichtsuitdrukking, wiskundige formule, …

• Kanaal: het medium dat gebruikt wordt om een boodschap te versturen

• Feedback/terugkoppeling: hoe de boodschap op de ander is overgekomen

• Ruis: alles wat de communicatie verstoord, op verschillende niveaus mogelijk in het proces

• Verbale en non-verbale communicatie: woorden vs. beelden en gebaren

 

B.    De leerlingen kunnen relaties tussen de kernconcepten van het communicatieschema benoemen 

• Schematische voorstelling kunnen weergeven

• Coderen gebeurt door zender / Decoderen gebeurt door ontvanger

• Zender en ontvanger wisselen dynamisch om

• Ruis kan op verschillende niveaus in het schema voorkomen (zender, ontvanger, code, medium, context, …

• Ruis hangt samen met effectieve communicatie

• …      

   
C.    De leerlingen kunnen het communicatieschema toepassen op een voorbeeld van interactie tussen mensen.

• Digitale opdrachten (filmpjes, cartoons, teksten, …) 

 

D.    De leerlingen kunnen op kritische wijze hun eigen visie ten aanzien communicatie weergeven.  

• Je kan niet niet communiceren

• Congruente boodschappen uitsturen

• Bewust zijn van hoe je iets zegt en het effect daarvan inschatten op anderen

• anleiding geven tot metacognitie

 

De leerinhouden werden gekozen omdat ze de lerenden ondersteunen in het bereiken van de doelen. Aangezien het thema communicatieschema reeds aan bod kwam in andere vakken, wordt er een nadruk gelegd op doelen gerelateerd aan het toepassen en relateren van de kernconcepten.  Het laatste leerdoel werd toegevoegd omdat dit de link legt met de “21st century skills” en de “sustainable development goals”. Verder sluit dit ook aan bij de attitudevormings- en persoolijkheidsvormende doelstellingen die vermeld worden in het leerplan en de vakoverschrijdende eindtermen.